Verband tussen beweging en insuline

Ruim 30% van alle lichaamsenergie gaat op aan lichamelijke inspanning. Alles van wandelen tot rechtop blijven zitten kost energie. De energie die verbruikt wordt, heeft invloed op hoeveel insuline de pancreas (alvleesklier) aanmaakt.

Wat gebeurt er na het nuttigen van een maaltijd?

Tijdens het verteren van een maaltijd, komt glucose geleidelijk in de bloedbaan terecht. Een glucosemolecuul heeft de eigenschap om in de bloedbaan te blijven circuleren. Insuline is het transportmiddel om de glucosedeeltjes een bestemming te geven (en daarmee giftige bloedwaardes te voorkomen).

Insuline wordt door de beta-cellen in de pancreas aangemaakt en daarna de bloedbaan ingepompt. Daar hecht het zich aan de glucosedeeltjes en transporteert het de glucose naar de lever (om de spiercellen te bevoorraden) en naar vetcellen (om op te slaan).

Na een normale avondmaaltijd kan insuline tot 24 uur daarna nog rondcirculeren in de bloedbaan. Eén van de taken van insuline, is het voorkomen van het verbranden van vet. Omdat de bloedsuikerspiegel al boven het gewenste niveau is, kan het lichaam zich niet veroorloven om lichaamsvet om te zetten in nog meer glucose. Je verbrand tijdens de aanwezigheid van hoge insuline waardes niet tot nauwelijks vet. Om snel af te vallen, wil je dit proces zoveel mogelijk beperken.

Beweging om insuline waardes te verlagen

De energie om te bewegen komt uit de voorraad glucose in de spiercellen. Zodra die voorraad af begint te nemen door bijvoorbeeld een stuk te wandelen, fietsen of huishoudwerkzaamheden, daalt de bloedsuikerspiegel. Glucose uit de bloedsuikerspiegel wordt (door insuline) geleid naar de lever waardoor het kan worden opgenomen door de spiercellen.

Door dit proces, daalt de bloedsuikerspiegel en hoeft de pancreas geen extra insuline meer aan te maken. Een gezonde bloedsuikerspiegel verkleint de kans op insuline intolerantie en daarmee ook de kans op diabetes type 2.

Beweging om je bloedsuikerspiegel te verlagen

Alle vormen van beweging hebben een verlagend effect op de bloedsuikerspiegel. Zwemmen, hardlopen, wandelen, fietsen, shoppen of het openbaar vervoer pakken naar je bestemming hebben een gunstige werking. Lange en intensieve vormen van beweging hebben een sterker effect. De beste resultaten zijn te boeken door een gewoonte te maken van dagelijkse beweging.